Meten is weten. Nou ja, meten kan leiden tot weten. Maar met data alleen kan je niet zoveel, het gaat om je acties.
Ik ben geen mega ‘quantified self’ fanaat, maar ik meet wel een aantal dingen. Zo meet ik mijn hersengolven (middels muse) tijdens meditatie, ik meet mijn slaap (met een sense) en ik heb op dit moment een applicatie op deze laptop die mijn toetsaanslagen meet en daarmee mij kan waarschuwen als ik vermoeid wordt.
Sommige mensen vinden mij gek dat ik dat wil weten. Een veel gehoorde uitspraak is:
Ik zou daar dus helemaal gek van worden, ik wil dat helemaal niet weten.
En ondanks dat diezelfde mensen vaak allerlei (kleine) klachten hebben, gaan ze door met wat ze al aan het doen waren. Door deze data heb ik de kans om mijn leven aan te passen. Een paar praktische voorbeelden.
Slaap
Ik heb dus een slaapmeter die meet hoe lang en hoe diep ik slaap. Ook geeft hij aan als er veel geluid was. Dat kan van alles zijn, van een vliegtuig dat over komt (Utrecht ligt onder de aanvliegroute van Schiphol) tot het feit dat je zelf snurkt natuurlijk. Dat weet je (nog) niet.
Door mijn slaapmeter zag ik dat ongeveer elk uur er een ‘noise disturbance’ was en ik van diepe slaap naar hele lichte slaap ging. Ik werd dus niet wakker (ik wist het dus ook niet zonder de slaapmeter), maar ik had er wel last van. Omdat het elke dat stipt op het hele uur is vermoed ik nachtvluchten van Schiphol (ik hoor overigens meer buurtgenoten last hebben van slecht slapen). Ik slaap sindsdien met oordopjes in en ik slaap veel beter, wordt frisser wakker en ben productiever.
Meditatie
Mijn hersengolven met mediatie geven aan hoe druk ik in mijn hoofd ben. Soms zie ik dat ik meer dan een week heel veel moeite heb mijn hersenen echt kalm te krijgen. Dan mediteer je niet goed. Ik weet dan van mezelf dat ik dus blijkbaar meer stress ervaar dan normaal, maar dit is doorgaans niet echt zoals ik het in het dagelijks leven ervaar. Nog niet. Ik heb inmiddels geleerd dat als ik een week lang moeite heb mijn hersenen echt kalm te krijgen tijdens meditatie dat ik stress ervaar nog voordat die op het niveau is dat ik het zelf door heb. Door meer te mediteren in die periode of meer te gaan sporten heb ik geleerd om deze stress in een vroegtijdig moment op te vangen zodat het niet uit de hand loopt.
Toetsaanslagen
Mijn experiment met vermoeidheid door de manier waarop ik mijn keyboard gebruik, de manier waarop ik op mijn laptop aan het tikken ben, is nog te vers om te zeggen dat ik er al iets van geleerd heb. Het algoritme leert namelijk momenteel nog mij kennen en geeft nog geen goede feedback. Ik kan me goed indenken dat als het algoritme me tijdens het schrijven van dit soort artikelen zegt dat mijn productiviteit daalt, ik even een spelletje ga spelen of misschien wel boodschappen ga doen. Een optimale tijdsindeling op basis van mijn fysieke en mentale gesteldheid in plaats van mijn agenda die ik vooraf bedacht had.
Conclusie
Ja, ik meer dingen. Nee, ik ga niet stressen als dingen niet gaan zoals ik had verwacht of gehoopt. Ik pas wel mijn gedrag aan op basis van de data en kijk of dit effect heeft. Ik slaap hierdoor beter en leer beter naar mijn lichaam luisteren, voordat mijn lichaam serieuze singalen geeft dat het tijd is iets te veranderen.